- Door
- dr. Serge Gielkens
- geplaatst op
- 24 mei 2016 08:00 uur
Voor dit interview hebben we een gesprek met Bob Bennink. Hij is CEO van Treestle dat hij samen met Tim Armstrong in 2013 heeft opgericht. Met haar producten DNS by Treestle en LiquiD AutoScaler beoogt Treestle de gebruikerservaring van webgebruikers te verhogen. DNS by Treestle is een globaal anycast DNS-netwerk met als doel om DNS-requests zo snel mogelijk af te handelen. Met LiquiD AutoScaler worden webservers dynamisch en automatisch bijgeschakeld en weer uitgeschakeld om fluctuaties in de belasting van een website op te vangen.
DNS by Treestle
Treestle heeft haar DNS servers in 15 datacenters wereldwijd staan. Behalve in Europa bevinden die zich ook in de VS, Brazilië, Hong Kong, Singapore en Australië. Bennink vertelt dat Treestle de hardware zelf beheert. “Wij zitten wereldwijd in een behoorlijk aantal datacenters. Voor onze storage hebben we eigen servers draaien. Dat doen we in de vorm van colocatie. We draaien voornamelijk op HP-servers met lokale storage. Daarmee hebben we jarenlange ervaring en we zijn er tevreden over.”
Voor Treestle is vooral de memory cache van belang. “We hebben niet te maken met grote bestanden. De DNS records zijn kleine datapakketten die we allemaal pre-computen en in-memory op de servers in iedere locatie plaatsen. Dat is volatiel geheugen en heeft vooral met snelheid te maken. We hebben een wereldwijd DNS-platform zodat een gebruiker snel op een website komt. Een website moet namelijk vaak 7 tot 15 DNS-requests doen. Hoe sneller we dat serveren, hoe sneller de website is. Bovendien is onze in-memory server setup beter vanuit het oogpunt van privacy. Als een server uitgaat, kan niemand daarop nog user data terugvinden.”
De DNS-servers vormen samen een globaal gedistribueerd systeem. Bennink: “Onze servers communiceren via secure tunnels met elkaar, zelfs daar waar we tussen locaties fiber hebben. In het zeer onwaarschijnlijke geval dat een locatie uitvalt, neemt een andere locatie het over. Omdat we een anycast systeem gebruiken, hebben de name servers op alle locaties hetzelfde IP-adres. Het systeem is volledig redundant maar de servers moeten wel allemaal gesynchroniseerd zijn. Alle locaties moeten immers dezelfde informatie hebben. Dat doen we met zelf ontwikkelde database software.” Op de vraag waarom Treestle dit zelf ontwikkeld heeft, antwoordt Bennink dat het alles te maken heeft met snelheid. “We hebben een dedicated in-memory database ontwikkeld die gebruik maakt van vergelijkbare technieken in populaire RAM disk implementaties. De database doet alleen wat hij moet doen en niks anders. Daardoor kunnen we sneller antwoord geven.” Als onderliggend besturingssystemen gebruikt Treestle Linux en FreeBSD.
Als laatste meldt Bennink dat het anycast netwerk in combinatie met de hoge bandbreedte DDoS-aanvallen praktisch uitsluit. “We hebben een bandbreedte na filtering van 150 gigabit per seconde zodat we veel netwerkverkeer aankunnen. Als je je DNS zelf regelt, heb je veel minder bandbreedte waardoor je veel sneller door een DDoS-aanval platgelegd kan worden. Ons platform heeft zoveel bandbreedte dat dat vrijwel onmogelijk is. Als je een DDoS-aanval uitvoert, moet je bovendien constant een andere locatie aanvallen. Ons hele netwerk aanvallen, is erg moeilijk omdat één van de 15 andere locaties het overneemt.”
LiquiD AutoScaler
Treestle biedt LiquiD AutoScaler aan als clouddienst, enerzijds om kosten te besparen op het gebruik van webservers en anderzijds om te voorkomen dat een website down gaat door piekbelastingen. “Je wil alleen webservers live die je daadwerkelijk nodig hebt. Onze AutoScaler monitort hoe snel een pagina geladen wordt. Als AutoScaler merkt dat dat trager wordt, schakelt hij webservers bij. Dat doen we door een signaal te geven aan het platform waarop AutoScaler draait. We ondersteunen Amazon, Interoute, Rackspace en CloudStack. De orchestratielaag van dat platform start een extra server op aan de hand van een template voor een webserver. Die koppelen we automatisch aan de loadbalancer om in de pool mee te draaien. Als er weinig verkeer is, schakelt AutoScaler de extra servers weer uit.”
OpenStack wordt nog niet ondersteund maar staat wel op de roadmap. “We zijn afhankelijk van een goede API met bijbehorende documentatie. De documentatie van Openstack is minder af dan die van CloudStack. Onder andere daardoor staat OpenStack er nog niet bij”, aldus Bennink.
Bennink benadrukt dat Treestle een andere benadering kiest dan bijvoorbeeld Amazon. “Het voordeel van onze oplossing is dat die werkt op basis van de snelheid waarmee een pagina geladen wordt. Dat is wat de eindgebruiker ervaart. Amazon en Google schalen servers bij op basis van CPU of RAM gebruik. Dan moet je wel weten wat de relatie is tussen dat gebruik en de performance van de website. Ons systeem kijkt daar niet naar en daarom is het opzetten voor onze klanten ook makkelijk. In nog geen half uur configureer je het en je hoeft niet dagen of weken te monitoren en te meten.” De AutoScaler van Treestle meet de laadtijd door een combinatie van ping requests en het opvragen van HTTP-headers. Volgens Bennink belast dit de webserver niet noemenswaardig.
Treestle biedt deze dienst weliswaar wereldwijd aan, maar AutoScaler functioneert per locatie. “Platformen zoals Amazon en Interoute hebben load balancers per locatie. Aangezien AutoScaler hiermee communiceert, moet de klant het per zone regelen”, licht Bennink toe.
AutoScaler zelf is een virtuele machine die gedeployed wordt als de klant deze dienst afneemt bij zijn cloudprovider. Het onderliggende besturingssysteem is Linux waarop Apache draait voor de webinterface. Hiermee configureert de klant zelfstandig AutoScaler zonder tussenkomst van Treestle.