- Door
- Jeroen Mulder
- geplaatst op
- 8 november 2016 08:00 uur
Het is onderzocht: public cloud hoeft niet goedkoper te zijn dan een private cloud. Het is de conclusie die de onderzoekers van 451 Research trekken na een analyse van diverse cloudoplossingen. Het rapport ‘The Great Public vs. Private Cloud Debate’ is tegen betaling verkrijgbaar op de site van het bureau. Ons advies? Hou het geld in de zak, want het is vooral een verzameling van open deuren.
Natuurlijk is public niet per definitie goedkoper dan een private stack. In enterprise-organisaties zal al snel blijken dat een private cloudoplossing zelfs goedkoper is, zelfs als je deze private stack uitbesteedt aan een hoster. Dat heeft alles te maken met de virtualisatiegraad van de omgeving en de beheerkosten op een platform. Dat heeft 451 Research doorgerekend. Als een beheerder meer dan 400 virtuele machines kan beheren dankzij goede automatisering, dan is dit per vm goedkoper dan een public cloud-oplossing.
Let wel: in de voorgaande zin zitten een paar stevige aannames opgesloten. Om te beginnen gaat de business case alleen op als de beheerder in kwestie niet teveel kost. Veel grote ondernemingen en hosters hebben het beheer van omgevingen in near– of offshore-constructies, juist om de personele kosten zoveel mogelijk terug te dringen. Daarnaast staat of valt de business case met de mate van de bezettingsgraad van de fysieke systemen en de automatisering. Die moet vergelijkbaar zijn met de automatisering van de public cloudproviders. Anders gezegd: er moeten zo weinig mogelijke menselijke interventies noodzakelijk zijn om cloudomgevingen uit te rollen en te beheren. Als je aan die voorwaarden voldoet, dan zal een private stack per virtual – inclusief netwerk, storage en backup – snel goedkoper zijn dan eenzelfde instance in de public cloud.
Waarom willen bedrijven dan zo graag naar AWS of Azure? Natuurlijk: omdat de perceptie is dat dit goedkoper is. Veel bedrijven komen er inmiddels achter dat dit alleen opgaat als je maximaal gebruik maakt van de mogelijkheden binnen public cloud: bijvoorbeeld van de flexibiliteit die public biedt. Systemen die je in het weekend niet gebruikt, kun je uitzetten. Systemen die je slechts één keer per maand gebruikt om rapportages te draaien, zet je alleen aan als je het echt nodig hebt. Daar zitten ook enorme ‘mitsen en maren’ aan vast. Om te beginnen: applicaties moeten hier letterlijk tegen kunnen. Cloud-native applicaties kunnen dat in de regel, legacy apps vaak niet. Neem zo’n rapportagetool: als een applicatie eerst weer dagen nodig heeft om alle data te indexeren voordat de rapportage kan worden gedraaid, zal het nauwelijks voordeel opleveren om dergelijke systemen uit te zetten. Een andere mits is dat de eigen beheerorganisatie in staat moet zijn om met deze flexibiliteit om te gaan.
Er zijn echter ook nog steeds heel veel argumenten om systemen niet naar een public cloud te migreren. In bijna alle gevallen gaat het dan om security, compliancy en om data die, om welke reden dan ook, niet buiten de EU mag worden bewaard. Zowel Microsoft als Amazon hebben specifieke EU-datacenters, maar veel security officers zijn niet overtuigd dat dit voldoende garantie biedt tegen schending van Europese data-integriteit.