- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 21 mei 2007 08:01 uur
Uit een onderzoek blijkt dat veel landen het internet censureren om politieke, maatschappelijke of andere redenen. Uit het onderzoek naar internetcensuur in 40 landen en de Palestijnse gebiden bleek dat maar liefst 25 van deze landen het internet censureren.
Onderzoekers van het OpenNet Initiative, een samenwerkingsverband tussen onderzoekers van Cambridge, University of Oxford, Harvard University en University of Toronto, troffen meer censuur aan dan ze vooraf hadden verwacht, wat een teken is dat het internet volwassen begint te worden en daarmee ook meer en meer aandacht vanuit de politiek krijgt.
Door China, Iran, Myanmar, Syrië, Tunesië en Vietnam was politieke censuur vooral aanwezig. Iran, Omaan, Saudi Arabië, Sudan, Tunesië, de Verenigde Arabische Emiraten en Jemen werden er maatschappelijk ongewenste websites geblokkeerd, zoals websites met pornografische inhoud, gokken en homoseksualiteit. In andere landen was er minder censuur, Zuid-Korea blokkeert bijvoorbeeld websites over haar buur en aartsrivaal Noord-Korea.
Helaas is de lijst met landen die getest zijn beperkt tot 40. Noord-Amerikaanse en West Europese landen zijn zo niet meegenomen omdat daar eventuele censuur wel bekend zou zijn, net als Noord-Korea en Cuba omdat dat een te groot risico zou kunnen betekenen voor de lokale vrijwilligers.
Jonathan Zittrain, professor Internet governance en regulation aan de Universiteit van Oxford, denkt dat internet (censuur) veelal pas op de politieke agenda komt wanneer er een hoge internet penetratie is in een land en dat daarom in Rusland en Egypte helemaal geen internet censuur werd aangetroffen.
Internet censuur is overigens niet enkel iets dat in het lijstje van de 25 genoemde landen voorkomt. In Nederland zijn ISP’s met een systeem bezig om websites met kinderporno te censureren. In Noorwegen is een dergelijk systeem al actief. Het mag duidelijk zijn dat zo’n lijstje straks ook kan worden uitgebreid naar andere websites met “ongewenste inhoud”.
Via: CNN