- Door
- Arnout Veenman
- geplaatst op
- 18 mei 2009 08:05 uur
. Uit deze pool van gerecyclede IPv4-adressen kunnen kleine allocaties aan RIR’s worden gedaan.
Zodra het laatste IPv4-adres is vergeven, moet het plan om IPv4-adressen te recyclen in werking treden. RIR’s die IPv4-adressen nodig hebben kunnen dan twee keer per jaar aanspraak maken op maximaal 10% van IPv4-adressen die IANA beschikbaar heeft, met een minimum blok grote van /24 (256 IPv4-adressen).
In de RIR communities wordt nog gediscussieerd op welke wijze er gerecycled moet worden. APNIC (Azië) en RIPE (Europa) hebben volgens heise al besloten dat vrijgekomen IPv4-adressen sowieso aan IANA dienen te worden teruggegeven. ARIN (Noord-Amerika) sluit zich daar bij aan maar wil IPv4-adressen die niet door een RIR zijn uitgegeven hier van uitsluiten. Deze zogenaamde “Legacy”-adressen zijn goed voor 30% van alle IPv4-adressen. Dit zijn voornamelijk grote /8 en /16 blokken (16.777.216 en 65.536 IPv4-adressen).
Het is aftellen tot het laatste IPv4-adres zal zijn vergeven. Volgens de laatste voorspelling van Geoff Houston zal het laatste blok IPv4-adressen op 19 juni 2011 zijn vergeven aan een RIR. Overigens heeft IANA als appeltje voor de dorst voor elk van de 5 RIR’s één /8 blok IPv4-adressen gereserveerd, voor wanneer alle IPv4-adressen vergeven zijn.