- Bedrijfsnieuws van
- Stichting Digitale Infrastructuur Nederland
- geplaatst op
- 23 januari 2015 12:12 uur
De internetsector maakt zich zorgen over de praktische invulling van het beleid van het ministerie van Veiligheid en Justitie bij de aanpak van cybercrime. Hun aanpak werkt contraproductief. Het schaadt bovendien het vertrouwen van de burger in de online economie, die op dit moment al ruim 5% van het GDP uitmaakt.
“De aandacht voor het thema cybercrime bij het ministerie neemt toe, en dat is te prijzen” zegt Michiel Steltman, directeur van de stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL), de spreekbuis van bedrijven in de internetsector. “Maar de goede initiatieven worden weer teniet gedaan door beleid dat contraproductief werkt, en dan wordt het dweilen met de kraan open.”
Uitgestoken hand weigeren
De sector heeft verschillende voorstellen gedaan om cybercrime in samenwerking met het ministerie aan te pakken. Waaronder een voorstel om jihadistische uitingen op internet sneller te kunnen verwijderen. Ook op het gebied van de bewaarplicht denkt DINL actief mee over een oplossing. Het ministerie toont echter weinig belangstelling voor de uitgestoken hand. “Er is onvoldoende oog voor het economisch belang en de bescherming van privacy” volgens DINL.”De minister negeert de uitspraak van het Europese Hof en de Raad van State die de bewaarplicht onrechtmatig hebben verklaard. Ook heeft hij geen oog voor duidelijke signalen uit de hele internetsector over de schadelijke effecten van het zogenaamde terughackvoorstel. Hij heeft geen interesse in de door coalitiepartner PvdA aangedragen, en naar onze mening hoogstnoodzakelijke modernisering van wettelijke kaders. Als klap op de vuurpijl resulteren zijn plannen voor de nationale politie in het verdwijnen van een landelijk fraude expertisecentrum, dat goede resultaten boekt en juist uitstekend samenwerkt met de sector”, aldus Steltman.
Minister moet werk maken van de samenwerking
DINL roept de minister op om zich beter te houden aan zijn eigen Cyber Security Strategie, en het advies van zijn Cyber Security Raad te volgen. Die adviseert om problemen in de online economie aan te pakken door een intensieve samenwerking met het bedrijfsleven en andere stakeholders. Daarnaast adviseren zij de economische groei en bescherming van privacy altijd mee te wegen in het beleid. Verder vindt DINL dat het plan voor de datawet van de PvdA meer serieuze aandacht verdient.
“Onze wens is een intensieve samenwerking, op basis van een geschikt wettelijk kader voor het internet. De minister moet samenwerking niet alleen met de mond belijden maar actief stimuleren. Alleen samen kunnen de overheid en internetsector een stevige basis leggen voor het bestrijden van cybercrime. Daarmee kan Nederland haar sterke Europese positie als aantrekkelijke en veilige vestigingsplaats voor digitale diensten verder uitbouwen”, besluit Steltman.