- Bedrijfsnieuws van
- Dutch Datacenter Association
- geplaatst op
- 8 maart 2016 09:23 uur
Het gaat goed met de Nederlandse datacenters. De sector is in 2015 wederom fors gegroeid en blijft aan de top in Europa, zo blijkt uit een onderzoeksrapport van het Brits-Amerikaanse vastgoedadviesbureau CBRE. In het rapport worden de vier grootste datacenter markten in Europa onder de loep genomen, te weten Amsterdam, Frankfurt, Parijs en Londen.
Het rapport geeft aan dat de datacenters in de regio’s London, Amsterdam en Frankfurt stabiel blijven doorgroeien terwijl Parijs vrijwel stil staat. Regio Amsterdam had van de grootste markten in Europa zelfs de grootste stijging in nieuwe capaciteit in zowel absolute termen als procentueel. In het laatste kwartaal van 2015 groeide de regio Amsterdam zelfs 13% ten opzichte van het 4e kwartaal in 2014. In de vier grootste Europese markten is meer dan 80% van de datacenters gevuld.
Volgens Stijn Grove, directeur van de Dutch Datacenter Association, wijzen deze cijfers maar één richting op: datacenters maken een steeds belangrijker onderdeel uit van onze digitale economie. Een groot deel van het openbare leven kan zelfs plat komen te liggen als er sprake is van een storing. En dat is niet het enige: de Nederlandse datacenters maken onderdeel uit van een digitaal ecosysteem waarmee Nederland hoge ogen gooit in het buitenland, waardoor Nederland een stevige concurrentiepositie heeft en een aantrekkelijke vestigingsplaats is voor buitenlandse partijen die afhankelijk zijn van goede digitale faciliteiten zoals bijvoorbeeld Facebook of Netflix. Zij laten niet voor niets een belangrijk deel van hun Europese dataverkeer via Nederlandse datacenters verlopen.
Vooralsnog opereert de datacentersector in de luwte, maar volgens Grove is het een kwestie van tijd voordat de Nederlandse datacenters eenzelfde soort bekendheid krijgen bij het publiek als bijvoorbeeld luchthaven Schiphol of de zeehaven Rotterdam. ‘We hebben ons als sector de afgelopen jaren enorm ingespannen om tot de top van de wereld door te stoten’, aldus Grove. ‘En met succes: de Nederlandse digitale mainport, de Digital Gateway to Europe, is al jaren een van de snelste groeiers in Europa. Dat is niet alleen voor de sector zelf van belang, maar ook voor de gemiddelde Nederlander en de Nederlandse economie. Goede datacenters die aantrekkelijk zijn voor buitenlandse partijen vertalen zich in een goede digitale infrastructuur, en daar profiteert iedereen in Nederland van. Niet alleen omdat de datacenters een belangrijke rol spelen bij het realiseren van snel, betrouwbaar en veilig internet, maar ook omdat de sector aantrekkelijk is voor de Googles en Apples van deze wereld. Dat betekent directe en indirecte werkgelegenheid en economische groei, iets waar we in Nederland nog altijd behoefte aan hebben na de crisisjaren.’
Ook de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX), het grootste internetknooppunt ter wereld, blijft het goed doen bleek recent: net als in 2014 doorbrak het knooppunt in 2015 een aantal records. Het internetverkeer dat via het knooppunt verliep groeide in 2015 met 27% ten opzichte van 2014. Ook wordt er inmiddels zo’n 4,5 Terabits aan data per seconde uitgewisseld, waarbij ook datacenters een cruciale rol in spelen. De rol van datacenters is daarmee veelzijdig, en mede dankzij hen kunnen internetgebruikers wereldwijd, of dit nou voor werk of privé is, probleemloos gebruik maken van digitale diensten.
Met Digital Gateway to Europe, waarmee de sector zich internationaal profileert, is dan ook een metafoor gekozen die precies dat biedt: een digitale snelweg die begint in Nederland en aansluit op de rest van Europa. Grove: ‘De cijfers uit het rapport tonen dat Nederland, met als zwaartepunt de Metropool Regio Amsterdam (MRA), zeer populair is bij buitenlandse partijen die via Nederland Europa willen bedienen.’
‘Het is van het belang voor Nederland de komende jaren onze voorsprong verder uit te bouwen. Daar is extra aandacht en actie voor nodig. We merken dat veel landen in Europa deze sector steunen gezien het belang ervan voor de toekomst. Het betekent echter niet dat we op onze lauweren kunnen rusten en hard aan de slag moeten blijven om onze positie door middel van innovatie en promotie te verbeteren’, aldus Grove.