Aanvallende strategie ondersteund door televisiecampagne
- Bedrijfsnieuws van
- STRATO
- geplaatst op
- 20 januari 2015 10:01 uur
In de tweede helft van 2014 was STRATO het hostingbedrijf met de grootste netto groei in het aantal geregistreerde .nl-domeinnamen. Tussen juli en december 2014 is dit aantal met ruim 17.700 toegenomen. Dit terwijl de netto groei van de .nl-markt al sinds 2011 fors afneemt.* Naast het .nl-domein profiteren ook de overige productlijnen in vergelijkbare mate van de groei. Dat geldt in het bijzonder voor de nieuwe sitebuilder, die STRATO in mei 2014 heeft gelanceerd.
“Dit resultaat is een groot succes. Het laat zien dat we in de verzadigde Nederlandse hostingmarkt gegroeid zijn en van gevestigde concurrenten marktaandeel konden afnemen”, aldus dr. Christian Böing, CEO van STRATO. “Dit hebben we bereikt met onze strategie die we sinds midden 2013 volgen: we bieden waar mogelijk de hoogste kwaliteit voor de laagste prijs. Deze strategie komt aan bij onze klanten en zetten we in 2015 voort.”
“Voor onze klanten betekende dat het afgelopen jaar, dat het goedkoopste .nl-domein bijna altijd door STRATO werd aangeboden. We houden de prijzen en features in onze markt nauwlettend in de gaten en doen er alles aan om onze klanten de beste pakketten aan te bieden”, aldus Böing. “Zo hebben we ervoor gevochten om de eerste in de markt te zijn met het aanbieden van nieuwe soft- en hardware – en dat met succes.” Vanwege de goede prestaties is STRATO in 2014 verkozen tot beste hostingbedrijf van Nederland.
In september heeft STRATO bovendien de tv-campagne ‘Het internet weet, wat jij nodig hebt’ gestart, met de ludieke verpersoonlijking van het internet in de vorm van een betweterige man in een wereldbolpak. Deze polariserende campagne draagt wezenlijk bij aan de sterke groei. De commercial heeft bij de uitreiking van de Loden Leeuw door RADAR op 5 januari jl. de tweede plaats gehaald. “Dat toont de enorme marketingimpact van onze commercial. Daarom zullen we Mr. Internet ook in 2015 nog voorbij zien komen”, aldus dr. Christian Böing.